Spot op: Woonbegeleiding

Algemeen
Het is bijzonder boeiend om mensen die vastgelopen zijn nieuwe perspectieven te laten ontdekken en zich te laten ontwikkelen. Voor dit werk is veel aandacht, toewijding en geduld nodig, maar het levert veel bevrediging op.

Assistent woonbegeleider
Een assistent woonbegeleider ondersteunt collegae in het begeleiden van de bewoners. Dit gebeurt op alle fronten, hierbij moet je denken aan maaltijdverstrekking en lichte schoonmaakwerkzaamheden. Ook onderhoud jij sociale contacten met de bewoners en draagt zorg voor een goede sfeer op de afdeling. Belangrijk hierin is dat je grenzen kan en durft te stellen en niet schrikt van soms heftige reacties.
Als assistent woonbegeleider kun je veel leren en jezelf verder ontwikkelen. Voor wie wil zijn er (interne en externe) scholingsmogelijkheden. Geen dag is het zelfde, dat maakt het werk gevarieerd en boeiend. Maar vraagt van jou ook flexibiliteit en relativeringsvermogen. Een goede dosis humor kan hierbij helpen.
Wat wordt er van je verwacht? Naast een leergierige houding en flexibiliteit, is het prettig als je enige werkervaring hebt in de gezondheidszorg. Je kunt tegen een stootje en vindt het prettig om in een team te werken, waarin humor, openheid en directheid worden gewaardeerd. Motivatie is belangrijker dan opleiding.

Woonbegeleider gehandicapten
Als woonbegeleider gehandicapten observeer, verzorg, begeleid en stimuleer je mensen met beperkingen (gehandicapten) die in een instelling of gezinsvervangend tehuis wonen, bij hun dagelijkse bezigheden.


Dit kunnen mensen zijn met lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke beperkingen. Hen zo zelfstandig mogelijk leven is een doel dat je bij de begeleiding nastreeft. Belangrijk is dat je een prettige sfeer in huis creëert. Tenslotte is dit voor de bewoners hun thuis. Het is belangrijk dat je bewoners in deze thuissituatie zoveel mogelijk zelfstandig dingen laat doen en ze stimuleert om bijvoorbeeld hun vrije tijd in te vullen, boodschappen te doen, te reizen en met relaties om te gaan. Ook organiseer je bijvoorbeeld activiteiten, in groepsverband of individueel.

Je kunt ook heel praktische hulp bieden door te ondersteunen bij het opruimen van de kamer of door iemand met verstandelijke beperkingen te leren zelfstandig boodschappen te doen. Daarnaast kun je mensen vaardigheden aanleren die zij zichzelf moeilijk eigen maken. Soms zul je daarbij creatieve oplossingen moeten denken. Bijvoorbeeld klittenband in plaats van veters, zodat iemand zichzelf toch kan aankleden.

Al deze werkzaamheden behoren tot een begeleidingsplan dat je meestal zelf opstelt, evalueert en aanpast. Je stemt daarin de ondersteuning af op de behoeften van de cliënt. Tijdens de uitvoering van het plan coördineer je de taken van medewerkers als helpende en verzorgende. Jij bent verantwoordelijk voor de continuïteit van de ondersteuning. De begeleiding en ondersteuning van ouders of andere familieleden is aan jou toevertrouwd. Je voert gesprekken met hen en overlegt over moeilijkheden en mogelijkheden. Teamoverleg en afstemming met school, werkplek of andere hulpverleners behoren eveneens tot je taken. Verder rapporteer je aan andere professionals die bij de begeleiding betrokken zijn.

Competenties
De mensen met beperkingen (gehandicapten) met wie je werkt, wonen in een instelling of in kleinschalige woonvoorzieningen in de wijk omdat zij niet voor zichzelf kunnen zorgen. Je moet het dus leuk vinden een stukje van die zorg over te nemen, van helpen met wassen tot het smeren van een boterham. Daarvoor heb je een praktische inslag nodig.
Een belangrijke taak is ook dat je bewoners motiveert zoveel mogelijk zelfstandig te doen. Daarvoor moet je je goed kunnen inleven in hun mogelijkheden, en ben je in staat mensen te motiveren. Je vindt het daarnaast leuk om met groepen mensen om te gaan en kan daarbinnen je aandacht goed verdelen.
Je moet problemen kunnen signaleren, dus het is belangrijk dat je oplettend en alert bent. Je kunt goed luisteren, bent consequent en hebt bij wijze van spreken een zesde zintuig waarmee je aanvoelt wat er leeft. Dit is vooral belangrijk bij mensen die zich verbaal minder goed kunnen uitdrukken.

Kortom, wat je nodig hebt is:
- een praktische inslag
- inlevingsvermogen
- het vermogen mensen te motiveren
- je aandacht kunnen verdelen
- inlevingsvermogen

Woonbegeleider Jeugd
Als woonbegeleider jeugd, oftewel pedagogisch medewerker, werk je met kinderen of jongeren die in een instelling wonen. Zij zijn hier gaan wonen omdat er problemen in de gezinssituatie zijn die de ontwikkeling ernstig verstoren of dreigen te verstoren. Of omdat hun gedrag thuis niet te verbeteren is.
Op basis van een behandelplan dat je zelf opstelt, evalueert en aanpast, probeer je de kinderen of jongeren te stimuleren in hun ontwikkeling en ervoor te zorgen dat ze zelfstandig kunnen leven. Daartoe organiseer je activiteiten en voer je deze ook uit.

Met name bij jongere kinderen hoort ook de dagelijkse verzorging bij je werk: een kopje thee na school, een boterham smeren en zorgen voor schone kleren.

Activiteiten en gesprekken vinden zowel individueel als in groepsverband plaats. Je kunt ook heel praktische hulp bieden door te ondersteunen bij het vinden van werk, het kiezen van een geschikte school of helpen bij het deelnemen aan een leer- of ervaringstraject.

De begeleiding en ondersteuning van ouders speelt een belangrijke rol. Je voert gesprekken met hen en bespreekt moeilijkheden en mogelijkheden bij de opvoeding van hun kinderen. Teamoverleg en afstemming met school, werkplek of andere hulpverleners behoren eveneens tot je taken.

Competenties
De kinderen en jongeren met wie je als woonbegeleider jeugd of pedagogisch medewerker werkt, wonen in de instelling. Dit vaak omdat er problemen thuis waren. Jij vindt het een uitdaging dat de kinderen of jongeren nu op jou leren te bouwen.
Omdat het meestal gaat om kinderen en jongeren met problemen, is je rol als opvoeder extra belangrijk. Dit betekent dat je goed moet kunnen luisteren, consequent bent en sterk kunt optreden als er onenigheid ontstaat of als de regels overtreden worden.
Inlevingsvermogen en geduld kunnen ook goed van pas komen, net als het vermogen om situaties in te schatten.


Kortom, wat je nodig hebt is:
- een hart dat staat als een huis...
- interesse in kinderen en jongeren
- een luisterend oor- overwicht
- inlevingsvermogen


Woonbegeleider maatschappelijke opvang
Als woonbegeleider maatschappelijke opvang werk je met mensen die vanwege problemen in hun persoonlijke situatie tijdelijk in een instelling verblijven. Je voornaamste taak is ervoor te zorgen dat de bewoners weer zelfstandig kunnen wonen, en dat ze de draad van hun leven weer oppakken.
Je kunt denken aan bijvoorbeeld verslaafden, jonge zwangere vrouwen, dak- en thuislozen, asielzoekers, mensen met schulden of mensen (meestal vrouwen) die mishandeld worden door hun partner. Met name in de vrouwenopvang en asielzoekerscentra heb je ook te maken met de kinderen van de bewoners. In alle gevallen kloppen de bewoners zelf bij de instelling aan.

Maatschappelijke opvang kan enorm variëren: van een dag tot enkele maanden. In deze periode bied je bewoners zorg en begeleiding aan de hand van een behandelplan. Welke en hoeveel zorg en begeleiding je biedt hangt van de instelling en de bewoner in kwestie af. Soms spelen er ook een psychiatrische problemen.
Teamoverleg en afstemming met andere hulpverleners behoren eveneens tot je taken. Je hebt ook veel contact met andere instanties zoals woningbouwverenigingen, geestelijke gezondheidszorg, politie en justitie.

Competenties
De mensen die zich bij maatschappelijke opvang melden, hebben vaak het nodige meegemaakt en kunnen nergens anders terecht. Het is dus belangrijk om hen het gevoel te geven dat ze welkom zijn. Je bouwt echt een vertrouwensband met hen op en dat zal ook jou persoonlijk raken. Sommige mensen hebben schrijnende dingen meegemaakt. Hier moet je tegen kunnen
.

Anderzijds blijven de mensen in de opvang meestal niet zo lang. Dus je moet het leuk vinden om steeds met andere mensen te werken en er tegen kunnen dat je steeds afscheid neemt.

In de opvang wordt veel gepraat over de problemen die spelen. Je kunt bovendien goed luisteren, bent consequent en de bewoners weten wat ze aan je hebben en wat de (huis)regels zijn. Inlevingsvermogen en geduld kunnen ook goed van pas komen, net als het vermogen om situaties in te kunnen schatten.
Kortom, wat je nodig hebt is:
- betrokkenheid

- kunnen omgaan met problemen
- met verschillende mensen willen werken
- een luisterend oor
- goed kunnen praten
- een goed inschattingsvermogen

Woonbegeleider psychiatrie
Als woonbegeleider in de geestelijke gezondheidszorg observeer, verzorg, begeleid en stimuleer je mensen met psychiatrische problemen die in een instelling wonen. Het doel is dat zij na enige tijd weer zelfstandig kunnen wonen. Als dat niet haalbaar is, wordt geprobeerd de bewoners toch zoveel mogelijk een kans op een normaal bestaan te geven. Het is ook mogelijk om als ambulant begeleider te werken. Dan begeleid je psychiatrische cliënten die zelfstandig wonen.

Op basis van een behandel- of begeleidingsplan dat je zelf opstelt, evalueert en aanpast, probeer je de bewoners te stimuleren in hun ontwikkeling en ervoor te zorgen dat ze weer zelfstandig verder kunnen met hun leven. Je organiseert activiteiten en voert deze uit, maar zorgt er bijvoorbeeld ook voor dat er koffie- en theepauze wordt genomen. Een belangrijke taak is ervoor te zorgen dat de bewoners zich thuis voelen in de instelling en dat zij zo zelfstandig mogelijk leven.

Activiteiten en (therapeutische) gesprekken kunnen zowel individueel als in groepsverband plaatsvinden. Je kunt ook heel praktische hulp bieden door te ondersteunen bij het vinden van werk, het kiezen van een geschikte school of het regelen van deelneming aan leer- en ervaringstrajecten.

De begeleiding en ondersteuning van het 'thuisfront' speelt een belangrijke rol. Je voert gesprekken met de familie en spreekt over de moeilijkheden en mogelijkheden die je tegenkomt.
Je werkt in teamverband met je collega's en vaak ook met hulpverleners van andere organisaties. Je onderhoudt nauwe contacten met elkaar om de behandeling zo goed mogelijk te laten verlopen.

Aan mensen met een (ernstige) psychiatrische stoornis die een opname op een gesloten afdeling nodig hebben wordt acute psychiatrische zorg geboden. Naast een ernstige stoornis kan een combinatie van situaties spelen waardoor acute opname op een gesloten afdeling nodig is.

Competenties
Voor dit werk is het allereerst belangrijk dat je interesse hebt in psychische problemen. Je kunt wel tegen een stootje, want je kunt moeilijke situaties tegenkomen. Denk bijvoorbeeld aan mondelinge of lichamelijke agressie of mensen die zichzelf iets willen aandoen.
Maar vooral vind jij het boeiend om te ontdekken hoe je mensen daadwerkelijk kunt helpen. Door therapeutische gesprekken, of juist door bepaald gedrag te stimuleren, kun jij invloed hebben op het herstelproces van mensen.
Je kunt goed luisteren, bent consequent en kunt sterk optreden als er onenigheid ontstaat of als de regels overtreden worden. Inlevingsvermogen en geduld kunnen ook goed van pas komen, net als het vermogen om situaties in te kunnen schatten.
Kortom, wat je nodig hebt is:
- interesse in psychische problemen

- tegen een stootje kunnen
- praten met mensen leuk vinden

- een luisterend oor
- overwicht en geduld

Woonbegeleider crisisopvang
Crisisopvang biedt een tijdelijke woonruimte aan mensen die door allerlei problemen niet lang thuis kunnen wonen of die door een noodsituatie geen onderdak hebben. De opvangcentra bieden een veilige en beschermende omgeving. Mensen kunnen eerst tot rust komen en daarna wordt er samen met iedere cliënt bekeken wat er aan zijn of haar situatie veranderd moet en kan worden.
De begeleiding is erop gericht om de crisis op te lossen en mensen op weg te helpen naar een passende vervolgsituatie.
Crisisopvang is er voor:
- mensen die door een crisis of noodsituatie niet thuis kunnen wonen;
- mensen met acute psychische problematiek;
- mensen met (psycho-)sociale problemen, bijvoorbeeld door relatieproblemen, scheiding, door misbruik of mishandeling, rouw of problemen door werkeloosheid; - mensen die (acuut) dak- of thuisloos zijn geworden, door bijvoorbeeld schulden, verslaving of een uithuiszetting.

De duur van het verblijf in een crisisopvang verschilt per situatie. De algemene regel is: verblijf zo kort mogelijk en zo lang als noodzakelijk. De gemiddelde verblijfsduur is drie maanden.
Als woonbegeleider zorg je, in samenwerking met andere instanties zoals Jeugdzorg, maatschappelijk werk, justitie / reclassering, psychiatrie dat cliënten begeleid worden naar een veilige woonomgeving en weer zelfstandig gaan wonen.
Je bent iemand die van aanpakken weet en zich van nature betrokken opstelt. Je staat stevig in je schoenen en beschikt over een natuurlijk overwicht. Verder zijn consistent gedrag, verantwoordelijkheid durven nemen en positie kunnen en durven kiezen een voorwaarde. Je moet bereid zijn om weekenden en op onregelmatige tijden te werken.
Competenties:
- Je beschikt over een grote mate van zelfstandigheid en je bent stressbestendig;
- Je bent initiatiefrijk en beschikt over doorzettingsvermogen;
- Je kunt je eigen gedrag en standpunten kritisch bekijken en staat open voor kritiek van anderen;
- Je beschikt over goede schriftelijke- en communicatieve vaardigheden.

Ambulant woonbegeleider
De meeste mensen wonen het liefst gewoon thuis, in hun vertrouwde omgeving, waar ze de dagelijkse dingen op hun eigen manier en in hun eigen tempo kunnen regelen. Als ambulant woonbegeleider bied je hulp aan huis voor mensen die zelfstandig (gaan) wonen en begeleiding en advies vragen om dit zo lang mogelijk te kunnen blijven doen. Als vaste begeleider kom je op afspraak bij clienten thuis en bespreekt met hun waar ze hulp bij nodig hebben en hoe je dat gaat organiseren.
Als ambulant woonbegeleider biedt je concreet hulp bij:
- zelfverzorging. Hierbij moet je denken aan persoonlijke hygiëne, onderhoud van eigen kamer en kleding;
- praktische (huishoudelijke) vaardigheden als wassen, koken, inkopen doen;
- plannen en uitvoeren van schoonmaakwerkzaamheden;
- bankzaken regelen;
- budgetteren;
- beheren van medicijnen;
- dagelijkse structuur. Het gaat hierbij om dag- en nachtritme waardoor de stabiliteit van de client behouden blijft;
- omgaan met publieke instellingen, bijvoorbeeld uitkeringsinstanties, bewindvoerders, etc.;
- bemiddeling en/of overleg met instellingen waar de cient specialistische hulp van ontvangt, bijvoorbeeld de psychiater van een polikliniek;
- leren van sociale vaardigheden; eigen mening verwoorden, een meningsverschil uitpraten, met afspraken omgaan;
- het omgaan met eventuele beperkingen;
- het leggen van contacten, opbouwen van vriendschappen;
- het regelen en vasthouden van activiteiten op het gebied van werk, opleiding en vrije tijd.
Begeleiding betekent niet dat je als ambulant woonbegeleider allerlei taken van de cliënt overneemt. Je helpt de client juist zó dat zij zelfstandig kan (leren) functioneren, eventueel met hulp van derden.
Competenties
- stressbestendigheid, besluitvaardigheid, geduld, tact en improvisatievermogen;
- e
en dienstverlenende, op kwaliteit en resultaat gerichte instelling;
- het vermogen cliënten te motiveren en stimuleren;
- uitstekende mondelinge en schriftelijke vaardigheden;
- zeer goed zelfstandig kunnen werken;
- relativeringsvermogen en realiteitszin.
In verband met het kunnen bezoeken van de clienten dien je in het bezit te zijn van rijbewijs en auto.