Er is een aantal oplossingen om ook in de toekomst in ons land in de groeiende vraag naar zorg en welzijn te voorzien. De sector Zorg en Welzijn moet een aantrekkelijke werkgever zijn, arbeidsbesparende innovaties stimuleren en een actief wervingsbeleid naar allochtone bevolkingsgroepen voeren. Dit blijkt uit het rapport Arbeid in zorg en welzijn 2008, dat het onderzoeksinstituut Prismant in opdracht van VWS, de arbeidsmarktfondsen in de zorg, FCB Dienstverlenen in Arbeidsmarktvraagstukken, CWI en Calibris heeft opgesteld. Het rapport geeft een beknopt, actueel beeld van de arbeidsmarkt in de sector Zorg en de sector Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening, Jeugdzorg en Kinderopvang (WJK) en een vooruitblik op de

Omvang van de sector
In 2007 waren 1,2 miljoen mensen in de sector werkzaam. Dit aantal was de afgelopen vijf jaar gegroeid met gemiddeld 2,9 procent. Economiebreed bedroeg de groei slechts 0,7 procent. Het aandeel van Zorg en WJK op de totale arbeidsmarkt bedraagt in personen in 2007 14 procent. De afgelopen vijf jaar nam dit gemiddeld met 0,28 procentpunt per jaar toe. De omvang van de gemiddelde werkweek bedraagt 71,4 procent van een volledige werkweek. Deze daalde de afgelopen vijf jaar in de sector, maar minder hard dan economiebreed. In 2007 duurde het gemiddeld 77,7 dagen om een vacature in de sector te vervullen. Dat is iets korter dan het landelijke gemiddelde van bijna 80. Sinds 2002 nam de duur gemiddeld met 1,6 dag per jaar toe; economiebreed kromp de arbeidsmarkt in dezelfde periode sneller: elk jaar kostte het gemiddeld 2,6 dag meer om een vacature te vervullen. De vacaturegraad ligt in de sector la

2008-2011 in %: (laag & hoog)


De huidige economische situatie biedt de mogelijkheid te investeren in werkgelegenheid en kwaliteitsverhoging van personeel in de zorgsector, waarbij ook de kwaliteit van zorg wordt verbeterd. Dit schrijven Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) en Platform VG in een gezamenlijke brief aan het kabinet en de vakbonden. Voor meer informatie via de website van VGN kun je de link aanklikken: http://www.vgn.org/vgn/artikelen/raadplegen.asp?display=2&atoom=12315&atoomsrt=2&actie=2
Er dreigen personeelstekorten in Zorg & Welzijn. Wanneer de tekorten zich aandienen, hangt af van sociaal-economische ontwikkelingen, maar dat ze eraan komen is duidelijk. Dat is de conclusie van het rapport 'Regiomarge 2008'.
In opdracht van de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN), andere brancheorganisaties in zorg & welzijn, vakbonden en het ministerie van VWS voert Prismant jaarlijks dit onderzoek uit. In Regiomarge 2008 wordt gewerkt met twee scenario’s, een laag en een hoog scenario. Deze twee scenario’s geven een bandbreedte aan waarbinnen de arbeidsmarkt in Zorg & Welzijn zich zal ontvouwen. Voor het volledige bericht op de website van VGN klik je op de link:
- Wet op de maatschappelijke ondersteuning (WMO)
Doel van de WMO is een samenhangend lokaal beleid op het gebied van de maatschappelijke ondersteuning en aanpalende terreinen. Inzet van de WMO is dat alle burgers meedoen aan alle facetten van de samenleving, al dan niet geholpen door vrienden, familie en bekenden. Als dit niet lukt, dan

De WMO leidt tot een verbreding van het dienstverleningsaanbod waardoor de beroepskrachten in de maatschappelijke zorg steeds meer te maken krijgen met nieuwe partners in de dienstverlening, zoals woningbouwcorporaties, sportverenigingen en welzijnsorganisaties.
- Wet Bijzondere Opnemingen Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ)
De BOPZ regelt de juridische kaders waarbinnen zorgverleners mensen met psychiatrische problemen of beperkte verstandelijke vermogens gedwongen mogen opnemen en hen gedwongen vrijheidsbeperkende maatregelen op mogen leggen. In 2007 zijn wijzigingen in de BOPZ in werking getreden. Een van de wijzigingen betreft de uitbreiding van het werkingsgebied van de wet. De BOPZ had alleen betrekking op psychiatrische ziekenhuizen, intramurale instellingen voor verstandelijk gehandicapten en psychogeriatrische afdelingen in verpleeg- en verzorgingshuizen. Nu kunnen ook niet intramurale instellingen een BOPZ-aanmerking verkrijgen, zoals bijvoorbeeld kleinschalige woonvormen.
Andere aanpassingen die doorgevoerd zijn hebben betrekking op de aanpassingen rondom de voorwaardelijke machtiging en de verruiming van mogelijkheden tot gedwongen opname. Voor de beroepskrachten hebben deze wijzigingen consequenties voor hun handelingrepertoire binnen de wet- en regelgeving en de richtlijnen van de instelling.
Ontwikkelingen in de beroepsuitoefening
Diverse maatschappelijke ontwikkelingen hebben consequenties voor de beroepsuitoefening in de maatschappelijk zorg. Bij deze maatschappelijke ontwikkelingen is te denken aan:
- vergrijzing en ontgroening;
- een multiculturele samenleving;
- het tempo en de risico’s van het moderne leven;
- een inkrimpende verzorgingsstaat; individualisering;
- toenemende eigen verantwoordelijkheid van burgers;
- groeiende maatschappelijke betrokkenheid en inzet en toenemende mondigheid van burgers;
- meer vrije tijd en de invloed van politiek en media.
In de beroepsuitoefening komt deze ontwikkeling tot uitdrukking in bijvoorbeeld extramuralisering. Hierdoor neemt het aantal zelfstandig wonenden toe en worden nieuwe zorgarrangementen gecreëerd, zoals bijvoorbeeld zorgboerderijen ten behoeve van de gehandicaptenzorg, de maatschappelijke opvang en de ouderenzorg. Genoemde ontwikkelingen hebben gevolgen voor de beroepsuitoefening en doet de behoefte ontstaan aan twee nieuwe typen beroepskrachten:
1) brede nabije beroepskrachten die vooral als netwerker en aanspreekpunt fungeren;
2) gespecialiseerde beroepskrachten met een brede blik die specifieke kennis en vaardigheden inzetten voor bepaalde groepen, vragen en problemen.
Van toekomstige beroepkrachten wordt verwacht dat zij in staat zijn om
- vraaggericht te werken;
- problemen te signaleren;
- handelend op te treden als er geen vraag is;
- de behoefte van cliënten en hun sociale systeem te doorgronden en deze te plaatsen in de context van de leefsituatie, meer algemene maatschappelijke problemen en beleidsontwikkelingen;
- zich in te leven in de leefsituatie van de cliënt en noden en behoeften te vertalen naar adequate zorg en ondersteuning;
- kansen en mogelijkheden te signaleren;
- contextgericht, gebiedsgericht en integraal te werken;
- zowel gevraagde als ongevraagde hulp (bemoeizorg) te “verkopen” en te
legitimeren;
- verantwoording af te kunnen leggen aan verschillende partijen.
Recente onwikkelingen

Nieuwsbericht Ministerie Jeugd en Gezin, 17 april 2009
Het bestrijden van de jeugdwerkloosheid is niet alleen een zaak van het kabinet. Ook jij kunt daaraan een bijdrage leveren. Om de oplopende werkloosheid onder jongeren te bestrijden komt het kabinet, op initiatief van onder andere staatssecretaris Klijnsma (SZW) en minister Rouvoet, binnenkort met het Actieplan Jeugdwerkloosheid. Dit plan richt zich op alle jongeren van 15-27 jaar. Op de site ikkan.nl/jeugdwerkloosheid kan iedereen terecht met constructieve ideeën over effectieve maatregelen ter bestrijding van de jeugdwerkloosheid. De site is bedoeld om goede ideeën te verzamelen van organisaties, personen en instellingen. De inzichten zullen worden betrokken bij de verdere uitwerking van het actieplan.

Nieuwsbericht van Han van der Wiel op 2 april 2009. Wat ging er mis bij Meavita en andere zorginstellingen? Was het mismanagement door bestuurders? Faalde het interne toezicht? Kwam het door de tucht van de markt in een softe sector? ‘Er gaat geen bel als het optimale niveau van schaalvergroting is bereikt.’
Grote zorgconglomeraten als Meavita Nederland en Espria zijn failliet of wankelen. Meavita Nederland, een fusieorganisatie van Meavita, Sensire, Thuiszorg Groningen en Vitras/CMD, heeft onlangs gezonde delen van het bedrijf afgesplitst en beheert nu een failliete boedel. Zorgverlener Espria, een personele unie van Woonzorg Nederland en zorginstellingen Evean en Philadelphia, is in zwaar weer gekomen nu Philadelphia onder curatele is geplaatst. Toeval of een teken aan de wand?

Naast de zorgboerderijen ontstaan er ook steeds meer boerderijen waar kinderen professioneel worden opgevangen. Zo heeft kinderopvang ’t Hummelhûs te Oudehorne door de grote belangstelling op 1 november 2008 een tweede vestiging op een boerderij in Oldeholtpade geopend.
De meerwaarde van de kinderopvang op de boerderij is erg d

Inmiddels zijn er al 26 kinderdagverblijven over het hele land aangesloten bij de VAK. VAK staat voor Verenigde Agrarische Kinderopvang en biedt een formule aan ondernemers die op de boerderij een kinderopvang willen starten. Deze formule bestaat uit een basistraining voor de ondernemers, een kwaliteitshandboek en een jaarlijks terugkerende trainingen voor ondernemers en personeel.
Bron: www.blikopnieuws.nl bericht van 16 februari 2009
Franchiseformule met zorgondernemers: Thomashuis
2001: Thomas de inspiratiebron

Omdat Hans de opvang van zijn zoon anders wil aanpakken, ontwikkelt hij het idee van de Thomashuizen. Een Thomashuis is een plek waar mensen zoals Thomas warmte vinden, veiligheid voelen en zichzelf in een beschermde omgeving verder kunnen ontplooien. Zonder dat zij gehinderd worden door bureaucratie, de kilte van de sector en de machteloosheid van goedwillende medewerkers.
2002-2003: Van idee tot uitvoering
De Thomashuizen krijgen gestalte door er de begrippen franchiseformule, dienstwoning en zelfstandig ondernemerschap aan te koppelen. Dit legt de basis voor een franchiseformule met zorgondernemers. Met het opzetten van een Thomashuis gaan zij voor zichzelf beginnen en bewonen zelf ook een gedeelte van het pand.
De rol van Thomashuizen Nederland
De belangrijkste taak is het beschermen van de visie en het imago van de Thomashuizen en het uitbouwen van het concept. Daarnaast krijgen de zorgondernemers ondersteuning bij het starten van hun eigen Thomashuis. Met elkaar wordt een vast traject gevolgd om tot een eigen Thomashuis te komen. Maart 2009 zijn er 54 Thomashuizen. De doelstelling is te groeien naar 100 Thomashuizen. Lees alles over deze nieuwe vorm van ondernemen binnen de zorg door te klikken op de link: http://www.thomashuizen.nl/
Integraal Toezicht Jeugdzaken
Het programmabureau van de Inspectie Jeugdzorg doet onderzoek. Maatschappelijke problemen rond jeugd in een gemeente of een wijk is het vertrekpunt voor dit toezicht. Het gaat dan bijvoorbeeld om jeugdwerkloosheid, kindermishandeling of jeugdcriminaliteit. Onderzoek wordt gedaan op die plaatsen in Nederland - een wijk of een gemeente - waar problemen rond jeugd spelen of dreigen. Gekeken wordt hoe de voorzieningen daar samenwerken om deze problemen op te lossen of te voorkomen. De ITJ-inspecteurs onderzoeken en oordelen niet alleen, maar proberen de betrokken partijen - de gemeente samen met voorzieningen - tot concrete acties te krijgen. In het toezicht wordt de levensloop van het kind centraal gesteld en gebaseerd op het Verdrag inzake de rechten van het kind.
Voor informatie over de lopende onderzoeken kun je de volgende link aanklikken:
http://www.jeugdinspecties.nl/index/1/ITJ-Onderzoeken/Lopende_onderzoeken
Notitie "Actuele ontwikkelingen in Wonen, Zorg en Welzijn"
Notitie geschreven ten behoeve van het Woonbond symposium over kosten en kwaliteit van woonzorgarrangementen. In deze notitie wordt ingegaan op de volgende vragen:
- wordt er vaart gemaakt met de bouw en aanpassing van geschikte woningen
voor ouderen?
- wat zijn de consequenties van de invoering van de Wet Maatschappelijke
Ondersteuning (WMO) voor wonen, zorg en welzijn? Een stukje over het beleid in de notitie:
"Het aantal ouderen verdubbelt naar bijna 2,2 miljoen nu naar 4 miljoen 65 plussers in 2040. In de periode tot 2020 zal vooral de leeftijdsgroep tot 75 jaar toenemen, daarna zal het aantal personen van 75 jaar en ouder sterk stijgen. De vergrijzing vereist aanzienlijke aanpassingen van het beleid: in wonen en woonomgeving, welzijn, werk en inkomen en zorg." Voor de volledige tekst van deze notitie verwijzen wij je naar de volgende link:
http://www.woonbond.nl/downloads/wz_actueel_mei2006.pdf
Centra voor Jeugd en Gezin
Gemeenten worden in het beleidsprogramma ‘Alle kansen voor alle kinderen’ van Minister Rouvoet geacht uiterlijk in 2011 een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) te realiseren. Dit sluit aan bij de ontwikkelingen in de praktijk. Gemeenten zijn in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning tot regisseur benoemd over het integrale lokaal jeugdbeleid en geven hieraan invulling.
In alle gemeenten komen Centra voor Jeugd en Gezin. Ouders, kinderen, jongeren tot 23 jaar en professionals kunnen bij de centra terecht met allerlei vragen over opvoeden en opgroeien. De centra bieden advies en hulp op maat. De Centra voor Jeugd en Gezin zijn een herkenbaar inlooppunt in de buurt. Ze houden zich bezig met preventie, signalering, advisering, ondersteuning en lichte hulp. Bij zwaardere problemen of een meer ingewikkelde hulpvraag coördineren de centra: ze nemen contact op met de gemeentelijke jeugdgezondheidszorg en de provinciale jeugdzorg.
Provincie FrieslandDe nieuwe minister voor Jeugd en gezin, de heer Rouvoet bracht oktober 2008 een werkbezoek aan de provincie Friesland. In Drachten bezocht hij een Centrum voor Jeugd en Gezin. Daar in de gemeente Smallingerland zijn ze een voorloper met de ‘één-loket-gedachte’ bij de hulp aan kinderen en jongeren. In de gemeente Kollumerland dronk de minister koffie in een jongerenkeet en praatte met enkele stamgasten.
Het bezoek kreeg een slot in Leeuwarden.
De provincie Friesland en haar gemeenten werken al enkele jaren aan een betere aansluiting tussen het gemeentelijke jeugdbeleid en het provinciale jeugdzorgbeleid.
Binnen het project ‘Jong in Friesland’ vormen deskundigen uit verschillende disciplines een hecht samenwerkingsverband. Tot de deelnemers behoren consultatiebureaus, instellingen voor jeugdgezondheidszorg, scholen en het Bureau Jeugdzorg. De samenwerking is succesvol, blijkt uit een recente evaluatie. Jongeren met problemen worden eerder en sneller geholpen. De wachtlijst bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling in Friesland zijn constant. Bij de meeste andere provincies zijn de wachtlijsten in het tweede kwartaal van 2007 fors opgelopen.
De aanpak van het Centrum voor Jeugd en Gezin in Drachten focust op preventie. Een belangrijk instrument is de risicoanalyse bij jonge kinderen. Met deze analyse kan worden bepaald of peuters het risico lopen om op latere leeftijd gedragsproblemen te ontwikkelen. Jan Dirk Sprokkereef, directeur Bureau Jeugdzorg, sprak in het Centrum voor Jeugd en Gezin met Rouvoet. De directeur stelde dat zijn organisatie en de gemeente Smallingerland onderling de taken hebben verdeeld. ‘De gemeente houdt zich vooral bezig met de kinderen die kampen met minder ernstige problemen. Ze doet dus de lichtere interventies. Bureau Jeugdzorg behandelt de probleemjongeren die intensieve begeleiding nodig hebben. ’Deze taakverdeling werkt. Het aantal aanmeldingen van probleemgezinnen bij Jeugdzorg Friesland daalt. Wel vinden er per gezin meer interventies plaats. Sprokkereef: ‘Eenmaal ‘binnen’ bij het gezin zien we meer kinderen die in meer of mindere mate probleemgedrag vertonen. Dit leidt weer tot een toename van het aantal indicaties.’
Friesland wil in vijf regio’s een Centrum voor Jeugd en Gezin realiseren. Het verzorgingsgebied van deze afzonderlijke centra zal zich uitstrekken over zes à zeven gemeenten. bron: www.christenunie.nl, www.kennisportal.com
Gezinshuizen
Een gezinshuis heeft wat weg van een pleeggezin en een behandelgroep. De grootte van de groep is niet tien of twaalf maar maximaal vier jongeren, die tussen de vier en vijftien jaar oud zijn. De leiding is in handen van gezinshuisouders en niet een team van vaste groepsleiders. Wanneer de gezinshuisouders zelf kinderen hebben, wonen die ook in het gezinshuis. Jongeren die in een gezinshuis wonen kunnen door hun persoonlijke problematiek niet in een pleeggezin wonen. De gezinshuisouders nemen gedurende een periode de dagelijkse verzorging en opvoeding voor hun rekening. Waar mogelijk wordt nauw contact met het gezin van herkomst onderhouden.Een belangrijk verschil tussen een gezinshuis en een pleeggezin is het verschil in perspectief voor de jongeren. In een pleeggezin worden ze opgenomen in het gezinsleven van dat gezin. In een gezinshuis is meer afstand mogelijk tussen de kinderen en de gezinshuisouders. De eerste gezinshuizen ontstonden begin vorige eeuw. Een bekend voorbeeld is jeugddorp De Glind in Gelderland, maar ook rondom Amsterdam is er tot de grote bezuinigingen in de jaren ’80 veel met gezinshuizen gewerkt. Momenteel krijgen gezinshuizen weer nieuwe impulsen.
Voor een portret van een gezinshuis klik op de link:
http://www.mobiel-pleegzorg.nl/archief/2007/mo07319.htm
Rondomzorg is een in Friesland gevestigde zorgaanbieder. Zij leveren (psycho/sociale) hulpverlening en diensten aan mensen met een PGB, bieden trainingen en kunnen adviseren bij het aanvragen van indicaties, het verkrijgen van de juiste zorg en antwoord geven op alle vragen rondom het leveren of organiseren van zorg. Zij verlenen diensten, scholing en adviezen aan PGB houders, onderwijsinstellingen en overheden en kunnen meedenken en ondersteunen bij nieuwe ontwikkelingen.

Rondomzorg is een initiatief dat is ontstaan omdat het zorgaanbod niet voor iedereen aansluit bij de vraag. Als mensen problemen hebben in het dagelijks leven willen ze ondersteuning, oplossingen en vooral verder komen. De dienst- en hulpverlening in Nederland is erg versnipperd geraakt en veel mensen die aangewezen zijn op hulp raken in die versnippering de weg kwijt. Rondom zorg wordt geboden en men organisereert de zorg rondom mensen of gezinnen.
Voor uitgebreide informatie over het aanbod van Rondomzorg verwijzen we je naar de website: http://www.rondomzorg.nl/?page_id=2