Werkvelden

Algemeen
Het woord Sociaal Agogisch Werk (SAW) valt in 3 delen te verklaren:
- Sociaal: omgaan met andere mensen;

- Agogisch: mensen begeleiden met een hulpvraag;
- Werk: de diversiteit aan werk binnen dit werkveld.

Beroepsbeeld van een SAW’er:
- werkt in de primaire leefsituatie; dit is de omgeving waar de cliënt leeft en woont;
- werkt meestal met een groep cliënten;
- bevordert zelfredzaamheid en zelfstandigheid van cliënten.
Het doel van een SAW’er is de zelfstandigheid van cliënten verbeteren en optimaliseren, door in het dagelijks leven van cliënten te verzorgen, begeleiden, stimuleren en te recreëren.
Verzorgen: ondersteunen van cliënten bij het eten, drinken, wassen, etc.
Begeleiden: ondersteunen bij het leven, werken, leren en ontspannen.
Stimuleren: cliënten op weg helpen.
Creatief: cliënten helpen in hun vrije tijd of bij ontspanning.

Binnen dit werkveld kun je aan de slag op verschillende niveau's:
Niveau 1 heet het assistentenniveau. Hierbij voer je eenvoudige werkzaamheden en procedures uit onder begeleiding van iemand op de werkvloer.
Niveau 2 is het niveau van basisberoepsbeoefenaar. Hierbij kun je werkzaamheden of procedures uitvoeren onder begeleiding van een chef of hoofd van een afdeling.
Op niveau 3 heet je vakfunctionaris. Je kunt dan volledig zelfstandig werkzaamheden uitvoeren en je kunt een collega aansturen.
Op niveau 4 ben je middenkaderfunctionaris. Hier ben je breed inzetbaar en kun je werkzaamheden bepalen voor andere werknemers. De specialist is ook niveau 4. De specialist bepaalt specifieke procedures en stuurt collega’s aan.
Bij niveau 5 heb je een HBO opleiding gevolgd bijvoorbeeld SPH (Sociaal Pedagogisch Hulpverlener).

Werkvelden
Er zijn diverse werkvelden binnen de SAW. Hierbij moet je denken aan kinderopvang, jeugdzorg, gehandicaptenzorg, (speciaal) onderwijs, ouderenzorg, geestelijke gezondheidszorg, GGD, Sociaal Cultureel Werk, Sociale Dienstverlening, Maatschappelijke opvang en dienstverlening, enz.
Het functieboek CAO Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening, geeft beschrijvingen van alle functies in het primaire proces, facilitair, staf en leidinggevende functies. Tevens een lijst van vereiste opleidingseisen. Klik op de link voor alle informatie: http://www.abvakabofnv.nl/docs/bijlagen/200902/functieboek_wmd_18feb09.pdf

Kinderopvang
Dit is de opvang van kinderen van 0 tot 12 jaar. Dit gebeurt op kinderdagverblijven en bij de buitenschoolse opvang. Hier werken veel Sociaal Agogisch werkers.
Bij een kinderdagverblijf, ook wel crèche genoemd, kunnen ouders terecht voor opvang van hun kind als het tussen 0 en 4 jaar is. Baby's kunnen al in een kinderdagverblijf worden opgevangen als ze 6 weken oud zijn. Kinderen worden opgevangen in een vaste groep van ongeveer 10 kinderen. Baby's, dreumessen en peuters zijn vaak op leeftijd ingedeeld: een horizontale groep. Het komt echter ook voor dat kinderen van verschillende leeftijden bij elkaar in één groep worden geplaatst: een verticale groep. Dit is per kinderdagverblijf verschillend. De kinderen worden begeleid en verzorgd door SAW’ers.

Buitenschoolse opvang:
Als kinderen naar de basisschool gaan, dan kunnen ze voor en na schooltijd en in de schoolvakanties worden opgevangen bij een voorziening voor buitenschoolse opvang. Een groep van ongeveer 18 kinderen wordt begeleid en verzorgd door SAW’ers. Er wordt een kopje thee gedronken en de kinderen kunnen wat lezen, spelen, huiswerk maken of lekker buiten ravotten. Elke buitenschoolse opvang heeft zijn eigen activiteiten en regels. Een kind mag bijvoorbeeld een vriendje of vriendinnetje meenemen, of er is iets geregeld met een sport- of muziekvereniging. Op de vrije middag en tijdens de vakanties worden er vaak extra activiteiten georganiseerd, zoals uitstapjes en wandelingen.
Vanaf het schooljaar 2007-2008 moeten de basisscholen buitenschoolse opvang aanbieden. Ze hoeven dat niet zelf te doen. Veel scholen hebben contracten gesloten met kindercentra om in de buitenschoolse opvang te voorzien.
Voor een overzicht en beschrijving van alle beroepen binnen de Kinderopvang klik je op de link: http://www.gobnet.nl/beroepen_werkveld.php?id=18

Jeugdzorg:
De jeugdzorg is er voor de ongeveer vijf miljoen Nederlanders tussen de 0 en 21 jaar. Gelukkig komt het merendeel van hen niet met de jeugdzorg in aanraking, maar tussen de 500.000 en 750.000 komen dit wél. Werk aan de winkel dus!
Met wie en wat krijg je te maken? Instellingen voor jeugdzorg zijn onder te verdelen in Bureaus Jeugdzorg en zorgaanbieders.

Jeugdigen die problemen hebben of veroorzaken, krijgen hulp en opvang. Die problemen zijn heel uiteenlopend van aard. Het kan gaan om een puber die vragen heeft over verliefdheid, maar ook om zeer ernstige zaken zoals kindermishandeling, misbruik of criminaliteit. Gezins- en opvoedingsproblematiek, ontwikkelingsstoornissen, psychische en psychiatrische problemen en gedragsproblemen zijn andere voorbeelden van problemen.
Vaak heb je niet alleen met de jeugdige zelf te maken, maar ook met de ouders of verzorgers. In veel gevallen ligt de oorzaak van de problemen in de gezinssituatie. En zo niet, dan hebben de ouders of verzorgers toch vaak een grote invloed op de situatie van je cliënt.
Weer perspectief bieden
Als je werkt in de jeugdzorg, staat het belang van je cliënt voorop. Je bouwt aan je relatie met de jeugdige en probeert perspectief te bieden. Daarvoor gebruik je vooral je eigen persoonlijkheid en werk je volgens bepaalde hulpverleningsmethodieken. Als een jeugdige uit de problemen komt, geeft dat natuurlijk veel voldoening.
Regelmaat bieden, onregelmatig werken
Op veel werkplekken in de jeugdzorg is het gebruikelijk dat vooral de mensen in een begeleidende functie op onregelmatige tijden werken. Een afwisseling tussen dag-, avond- en nachtdiensten komt het meeste voor bij telefonische hulpdiensten of bij instellingen voor 24-uursopvang. Wanneer een problematische situatie ontstaat, is van tevoren niet altijd te zeggen. Daarom zijn er ook bereikbaarheidsdiensten, waarbij je in geval van crisis- of noodsituaties opgeroepen kunt worden.
Bureau Jeugdzorg
Bij een Bureau Jeugdzorg komen de hulpvragen als eerste binnen om er geanalyseerd te worden. Het Bureau Jeugdzorg verwijst vervolgens door naar één van de vele vormen van jeugdzorg. Elke provincie en grootstedelijke regio heeft een Bureau Jeugdzorg.
Verschillende soorten werkplekken
Naast de Bureaus Jeugdzorg zijn er nog verschillende vormen van jeugdzorg te onderscheiden, elk met specifieke eigen werkplekken en soorten cliënten:
- problemen voorkomen
- op afspraak
- dagbehandeling
- 24-uursopvang
- pleegzorg
Voor een overzicht en beschrijving van alle beroepen in de Jeugdzorg klik je op de link: http://www.gobnet.nl/beroepen_werkveld.php?id=12

Gehandicaptenzorg:
Ook mensen met een beperking willen graag een leven leiden dat past bij hun mogelijkheden, wensen en dromen. Het doel van de gehandicaptenzorg is hen daarbij zo goed mogelijk te ondersteunen. Zodat ze hun leven zo goed en zelfstandig mogelijk kunnen leiden.De gehandicaptenzorg biedt dus zorg en ondersteuning aan mensen met beperkingen. Er zijn verschillende soorten functiebeperkingen. Denk bijvoorbeeld aan:
- lichamelijke beperkingen (bij de geboorte of later in het leven gekregen);
- zintuiglijke beperkingen (beperkingen in het zien, horen of in de communicatie);
- verstandelijke beperkingen, een combinatie van licht verstandelijke beperkingen en gedragsproblemen;
- meervoudige beperkingen (een combinatie van lichamelijke, zintuiglijke én/of verstandelijke beperkingen)/
Kenmerkend voor de gehandicaptenzorg is dat de zorg en ondersteuning geboden wordt bij álle aspecten van het leven: wonen, werk en dagbesteding, vrije tijdsbesteding, sociale activiteiten, gezondheid, veiligheid en belangen-behartiging. Kenmerkend is ook dat het gaat om mensen van alle leeftijden, van 0 tot 100. Zij hebben vaak hun leven lang zorg en ondersteuning nodig.

Er zijn veel verschillende beroepen en functies in de gehandicaptenzorg. Zo zijn er diverse begeleidende functies op assisterend, uitvoerend en coördinerend niveau. Daarbij bied je bijvoorbeeld begeleiding of verzorging aan mensen op het gebied van wonen of werk. Bij functies als ambulant begeleider of jobcoach beïnvloed je bovendien sterk de omgeving van de cliënt. Daarnaast kent de gehandicaptenzorg verpleegkundige functies en paramedische functies zoals fysiotherapeut, ergotherapeut en logopedist. Ook werken er gespecialiseerde gedragskundigen en artsen.
Voor een overzicht en beschrijving van alle beroepen binnen de gehandicapten-zorg klik je op de volgende link: http://www.gobnet.nl/beroepen_werkveld.php?id=7

(Speciaal) Onderwijs
Binnen het onderwijs kun je werken als klassenassistent en onderwijsassistent. Het verschil tussen de klassenassistent en de onderwijsassistent is dat de klassenassistent werkt in de onderbouw van het speciaal basis onderwijs (groep 1 tot en met 4). De onderwijsassistent is werkzaam binnen het regulier (basis)onderwijs.
De klassenassistent begeleid, op aanwijzing van de
leraar, individuele leerlingen, assisteert de leraar en brengt de lesruimte (huishoudelijk) op orde. De klassenassistent heeft praktisch gerichte kennis van de aanpak van de verzorgingstaken, is bekend met hygiëne, voeding en gezondheid van kinderen, heeft vaardigheid in het uitvoeren van de gevraagde verzorgingstaken, vaardigheid in het bewust reageren op gedrag van leerlingen en het hierover kunnen rapporteren en vaardigheid in het uitvoeren van eenvoudige huishoudelijke werkzaamheden.

De onderwijsassistent ondersteunt de leraar bij het verrichten van eenvoudige routinematige onderwijsinhoudelijke taken, levert een praktische/organisatorische bijdrage aan het klassenmanagement en neemt deel aan professionalisering. De onderwijsassistent heeft vaktechnische kennis van eenvoudige didactische en pedagogische toepassingen (bijvoorbeeld tellen bij rekenen), heeft bekendheid met groepsprocessen, hygiëne, voeding en gezondheid van kinderen. De onderwijsassistent heeft vaardigheid in het omgaan met en corrigeren van gedrag van leerlingen, vaardigheid in het organiseren van groepjes in de klassensituatie en kinderopvang en vaardigheid in het uitvoeren van praktische/organisatorische werkzaamheden.

Ouderenzorg
Het aantal ouderen in Nederland neemt toe. Dit komt enerzijds doordat er verhoudingsgewijs meer 65-plussers zijn dan jongeren. Simpelweg omdat er 65 jaar geleden meer mensen geboren werden dan nu. Anderzijds worden mensen, door de verbeterde medische zorg, steeds ouder. In totaal wonen er 200.000 ouderen in de verzorgings- en verpleeghuizen.
Verandering naar zorg op maat

Nog niet zo lang geleden was het vanzelfsprekend dat ouderen die hulp nodig hadden, in een verpleeg- of verzorgingshuis opgenomen werden. Tegenwoordig proberen zorginstellingen zorg aan te bieden die beter past bij de aard, de wensen en de gezondheidstoestand van ouderen. De opkomst van aanleunwoningen en meer aandacht voor de cultuur van (allochtone) bewoners zijn hiervan onder andere een gevolg.
Met de veranderde inzichten, waarbij zorg op maat voorop staat, verandert ook de organisatie van de zorginstellingen. Er zijn fusies en samenwerkingsverbanden met andere verpleeg- en verzorgingshuizen, met ziekenhuizen en met de thuiszorg.
Bovendien wordt het mede door het welzijnswerk mogelijk gemaakt dat ouderen langer thuis kunnen blijven wonen. Er wordt bijvoorbeeld gewerkt aan de veiligheid in de buurt en aan de bevordering van onderlinge contacten tussen buurtbewoners. En er worden volop recreatieve activiteiten georganiseerd.
In de ouderenzorg kom je zodoende in werksituaties terecht waarin volop vernieuwingen plaatsvinden. En dat biedt weer mogelijkheden voor een flexibele invulling van je werk!
Werktijden

In de verzorgings- en verpleeghuizen wordt 24 uur per dag zorg geboden. Met name in de verzorgende en verpleegkundige functies heb je onregelmatige werktijden en werk je ook in de avonduren en weekenden. Werken in deeltijd is goed mogelijk in de ouderenzorg.
De werkplekken

De thuiszorg speelt een grote rol in de zorg voor ouderen. Specifiek voor ouderen zijn er daarnaast drie voorzieningen te onderscheiden:
- Verzorgingshuizen
- Verpleeghuizen
- Welzijn Ouderen

Er ontstaat steeds meer behoefte aan woongroepen, bejaardenhuizen, verzorgings- en verpleegcentra voor specifieke groepen, zoals mensen met een bepaalde geloofsovertuiging, culturele achtergrond of levensopvatting.

Voor een overzicht en beschrijving van alle beroepen binnen de ouderenzorg klik je op de link: http://www.gobnet.nl/beroepen_werkveld.php?id=29

Geestelijke gezondheidszorg
Bijna een kwart van de bevolking in Nederland kampt met psychische problemen. Een half miljoen mensen komt jaarlijks in contact met een instelling voor geestelijke gezondheidszorg (GGZ). Problemen hebben te maken met de levensontwikkeling of de persoonlijke levensomstandigheden. Maar ook puur lichamelijke factoren of verslavingen zijn van invloed op de menselijke geest.
Wat de GGZ doet
GGZ-instellingen hebben als doel psychiatrische, psychische en psychosociale problemen aan te pakken. Dit gebeurt door de cliënten op de juiste manier te behandelen zodat de klachten afnemen, verdwijnen of juist voorkomen worden. Je kunt denken aan problemen als overspannenheid, straatangst, depressiviteit, verslaving, agressiviteit of schizofrenie.
Veel verschillende cliënten
Niet iedere cliënt is hetzelfde en heeft dezelfde zorg nodig. Zo kun je werken met kinderen, jongeren, volwassenen en ouderen en kan de zwaarte en oorzaak van de stoornis variëren. Ook verschil in achtergrond (bijvoorbeeld verslaafd, misbruikt of in aanraking geweest met justitie) is van belang voor het uitzetten van een behandeling. De meeste mensen die in behandeling zijn bij de GGZ hebben zich vrijwillig aangemeld. Maar er zijn ook mensen die onder dwang opgenomen worden. Dit kan gebeuren door middel van verschillende maatregelen: TBS (ter beschikking van de regering gestelden), IBS (in bewaring stelling) of RM (rechtelijke machtiging).
Onverwacht en onregelmatig
In de GGZ werken betekent ook dat je niet vreemd moet opkijken van onverwachte en soms spannende situaties waarbij mensen zichzelf of anderen psychisch of lichamelijk leed berokkenen. Als je in een hulpverlenende functie werkt, ben je natuurlijk getraind om daarmee om te gaan.
Werktijden
De werktijden in de GGZ verschillen per instantie en per functie. Zo is het goed mogelijk dat je naast je negen tot vijf werkweek ook voor oproepdiensten ingezet wordt. Of dat je dag-, nacht- en avonddiensten draait. Deze flexibiliteit gebruiken instellingen om de bereikbaarheid van de instelling te vergroten en zo meer mensen te kunnen helpen. Voor andere instellingen zijn onregelmatige werktijden pure noodzaak, omdat er 24-uurszorg verleend wordt.
Drie vormen van GGZ
Door alle verschillen in oorzaak en uiting van psychische problemen, zijn er zeer veel soorten instellingen en organisaties voor geestelijke gezondheidszorg. Je kunt in je werk de gewenste accenten aanbrengen door te kiezen voor een bepaalde werkplek, behandelmethode of psychische aandoening.
In hoofdlijnen is de hulpverlening in de GGZ te verdelen in drie vormen, elk met specifieke werkplekken en soorten cliënten:
- op afspraak
- dagbehandeling
- 24-uurszorg
Voor een overzicht en beschrijving van alle beroepen binnen de geestelijke gezondheidszorg klik je op de link: http://www.gobnet.nl/beroepen_werkveld.php?id=12

De onderstaande link geeft je zicht op psychiatrische patienten in Parnassia, een instelling die een brede vorm van psycho-medische zorg biedt. Er zijn diverse interessante filmpjes. Zo kun je client Hans en zijn begeleiding volgen.
Sociaal-cultureel werk
Misschien kom je ook wel eens in een buurthuis om er een cursus te volgen, te sporten of gewoon om wat te kletsen met vrienden. Het opzetten van buurthuizen en jongerencentra en het organiseren van activiteiten voor verschillende groepen mensen zijn enkele taken van het sociaal cultureel werk.
Met wie en wat krijg je te maken?
Een belangrijke taak van sociaal cultureel werkers is om er samen met andere instellingen voor te zorgen dat mensen (weer) actief deelnemen in de samenleving en in staat zijn hun problemen zelf aan te pakken. Bovendien helpen sociaal cultureel werkers mee aan het verbeteren van de leefbaarheid in een buurt of wijk en het vergroten van de veiligheid als dat aan de orde is. Daarnaast houden sociaal cultureel werkers zich vooral bezig met de vrijetijdsbesteding van mensen. Ze richten zich niet alleen op jongeren, maar ook op bijvoorbeeld vrouwen en ouderen. Ze helpen mensen die hun vrije tijd op een voor hen zinvolle manier in willen vullen. En op deze manier hun sociale en culturele leven vorm willen geven. Dit kan door cursussen, (vrijwilligers)werk, uitjes of deelname aan een vereniging of stichting. In het sociaal cultureel werk houd je je met verschillende doelgroepen bezig. Je moet je verplaatsen in hun problemen, vragen en wensen. Alleen op deze manier kun je de mensen helpen en ze een plezierige tijd bezorgen. Het is belangrijk dat de groepen die hulp nodig hebben zelf naar je toekomen, maar zélf ga je natuurlijk ook actief af op signalen.
Omdat je vaak werkt in een bepaalde wijk of stadsdeel is het van belang dat je een goede relatie opbouwt met de bewoners. Als je luistert, goede oplossingen aandraagt en openstaat voor de problemen die in die buurt aandacht vragen, krijg je vanzelf veel aanloop en positieve reacties.
Onregelmatige werktijden: De werktijden zijn meestal overdag, maar ook ´s avonds en in het weekend. Je werkt namelijk als je cliënten vrij zijn.

Sociale dienstverlening
Wat doet een sociaal dienstverlener?
Nederland heeft veel wetten en regels. Voor sommige mensen is het soms moeilijk om te weten waar ze recht op hebben en aan welke regels zij zich moeten houden. Als sociaal dienstverlener geef je mensen informatie en advies over regels op het gebied van arbeid, beroep en sociale voorzieningen. Sociaal dienstverleners werken onder andere in de jeugdhulpverlening, in de ouderenzorg, bij vluchtelingenwerk, bij een vrijwilligerscentrale en bij woningbouw-verenigingen.

Welzijn en Maatschappelijke dienstverlening
De maatschappelijke dienstverlening is een wijkplaats voor kwetsbare mensen die door een combinatie van - elkaar vaak versterkende - psychosociale problemen de thuissituatie hebben verlaten of dreigen te verlaten. Omdat velen van hen (tijdelijk) niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving en vaak ook niet terecht kunnen bij andere voorzieningen, vervult de
maatschappelijke dienstverlening, met name in de thuislozenzorg, een laatste vangnetfunctie. In de dak- en thuislozenzorg krijgen instellingen steeds meer te maken met (ex-)verslaafden, zwerfjongeren, zorg- en verpleegbehoeftige dak- en thuislozen en ex-delinquenten. De opvang van illegalen en (ex-)asielzoekers in de maatschappelijke opvang wordt gekenmerkt door een toename van het aantal aanmeldingen en opnamen.
Voor een overzicht en beschrijving van alle beroepen binnen Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening klik je op de link: http://www.gobnet.nl/beroepen_werkveld.php?id=23

Ontwikkelingen binnen het SAW:
Binnen de SAW zijn er natuurlijk, net zoals bij veel andere werkvelden, veel ontwikkelingen gaande. Zo wordt het hulpverleningscircuit steeds beter op elkaar, en de cliënt afgestemd. Er is een loketsysteem, je wordt niet steeds doorgestuurd van de ene instantie naar de volgende. Er word zorg op maat geleverd, met een persoonsgebonden budget (PGB) kan door client/verzorgers gepaste hulp ingekocht worden.
Van residentiële hulpverlening wordt het steeds meer ambulante hulpverlening, omdat het goedkoper is en client krijgt de hulpverlening dicht bij huis, zo kort en tijdig mogelijk.
Van grootschalige hulpverlening gaat het steeds meer over naar kleinschaligheid, zo is het makkelijker om de cliënten individueel te benaderen. De familie speelt een grote rol in het herstellen van de sociale contacten van de cliënt en de hulpverlening verloopt sneller en beter.

Ontwikkelingen binnen SCW:
De laatste paar jaar heeft het cultureel werk veel te maken met bezuinigingen. Hierdoor zijn veel meer vrijwilligers binnen cultureel werk actief. Ook veranderd de functie van het cultureel werk. Dit wordt mede veroorzaakt door de sociale vernieuwingen van dit moment.
Sociale vernieuwing kent 3 uitgangspunten. Zo moet het voldoen aan:
1) maatwerk: SCW moet dicht bij de mensen staan en activiteiten afstemmen op de wensen van mensen;
2) integratie: er moet veel worden samengewerkt;
3) participatie: mensen betrekken bij de invulling van het welzijnswerk.

Overige doelgroepen:
- thuis en daklozen
- vluchtelingenwerk en daklozen
- verslaafdenzorg