![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEiYLKRBOsQrSGRVI_6unrAZ1B5KIBQNKtjEuzgx_3tRB9Mry48XJHRPGhNZqInBw9Biz52rxHOVmVTu9ICTLN5xtncqkitpzG40yMdNIjZ5bOsUr0IS2RNp6knRAx8QOfwipO2jcieO5K_A/s320/geschiedenis.jpg)
Tijdens de industriële revolutie (tot de tweede wereldoorlog) waren er veel organisaties zoals kerken, die zich bezig hielden met concrete hulpverlening zoals het verzorgen van (warme) maaltijden.
Na de tweede wereldoorlog kwam daar verandering in. De hulpverlening richtte zich steeds meer op het sociaal en geestelijk welzijn van de mensen.
In diezelfde periode kwamen er ook een aantal wetten die een bijdrage leverden aan het terugdringen van de kinderarbeid:
![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEj8f3opynUr43UFhyYEnMQJQyq-hCel6eTBP-BXDsyVxko2U_Fzj5zp22ggO5f8UTmh06H1sAhKqhh07r67ppLBillekpEisiFuPdaRd0sAAeZomnewK4i_aVkUeMGZowI0EKMfPJkiNipq/s320/leerplicht.jpg)
- 1874: het Kinderwetje van Van Houten: verbod op kinderarbeid tot 12 jaar;
- 1889: de Arbeidswet: beperkingen in arbeid voor 12–15 jarigen en vrouwen;
- 1900: de Leerplichtwet: verplicht naar school voor 6 – 12 jaar.
De rol van de Sociaal Agogisch Werker (SAW'er)
De rol van de SAW’er in de samenleving is dat dat zij* flexibeler is en dat zij meer verantwoording aflegt. Dit komt door de verschillende taken van de SAW’er en door cliënten met zwaardere problematiek.
Werken in de Sociaal Agogische sector
Dit betekent direct werken met cliënten. Hierbij speelt de beroepskracht als persoon een essentiële rol. Haar kwaliteiten zijn van doorslaggevend belang bij het aangaan van een professionele relatie en bij het bereiken van de gewenste resultaten. Voor een verantwoorde beroepsuitoefening moet de beroepskracht zijn:
- Betrokken: de beroepskracht doet haar werk vanuit een maatschappelijk engagement. Bij deze betrokkenheid past een professionele beroepshouding.
- Empatisch: de beroepskracht kan zich inleven in de situatie van haar cliënt en is in staat zijn kwaliteiten, talenten en potenties te zien en te waarderen.
- Assertie
![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEgdNmEs2Ao4AFrQez-wOEy9UcfXU8qtMHkOmJMCiWQdBYJgEFiigUM9DW0NYMenAD3WUv5tE2jAVmaDjZYxn4HYj5_CuyfPGuSgbZMf5VP4SZpSw_MqayI_fb5cW0jEouj6q6Thyphenhyphen9BX9m3z/s320/kwaliteit2.jpg)
- Representatief: de beroepskracht heeft een positieve, professionele uitstraling naar cliënten en collega’s en presenteert zich als vertegenwoordiger van haar (werk)organisatie met een eigen beroepsidentiteit en ethiek.
- Integer: de beroepskracht is betrouwbaar en handelt conform algemeen geldende ethische normen en de beroepscode.
Hiernaast wordt van de Pedagogisch Werker verwacht dat ze geborgenheid en veiligheid biedt, respectvol omgaat met mensen, diversiteit tussen mensen kan hanteren en een open houding toont waardoor ze lastige, persoonlijke en soms intieme vraagstukken bespreekbaar maakt.
Van de Agogisch Werker wordt verwacht dat zij snel kan schakelen tussen situaties en rollen. Situaties wisselen snel en kunnen snel escaleren. Van belang is dat ze creatief en flexibel in kan spelen op de wensen en mogelijkheden van de cliënt en de gegeven situatie, maar vooral creatief én handelend kan optreden in onverwachte, mogelijk escalerende situaties. De Agogisch Werker is initiatiefrijk en weet van aanpakken, ze ziet kansen en benut deze. Van de Agogisch Werker wordt verder verwacht dat zij regelmatig reflecteert op haar beroepsmatig handelen zodat zij blijft leren van haar werkzaamheden en haar handelingsrepertoire optimaliseert.
Beroepsdeskundigheid
Als SAW'er beschik je over een bepaalde beroepsdeskundigheid. Je volgt een beroepsopleiding om dit beroep te leren en pas als je je diploma hebt, kun je als beginnend beroepsbeoefenaar de markt op. De beroepsdeskundigheid van de SAW'er wordt gevormd door:
Theoretische kennis en inzicht
Voor je beroep moet je van nogal wat zaken op de hoogte zijn: kennis van de ontwikkelingspsychologie, kennis over de achtergrond van clienten, kennis van de sociale kaart, etc. Het is daarbij vooral belangrijk dat je inzicht hebt in deze zaken, het gaat erom dat je de dingen begrijpt.
Houding
Je behoort te beschikken over de juiste beroepshouding. Respect voor de client en uitgaan van de individualiteit van de client zijn daarbij belangrijke uitgangspunten. Maar ook echtheid en inlevingsvermogen zijn belangrijke beroepshoudingsaspecten.
Van jou als SAW'er wordt verwacht dat je een eigen standpunt inneemt met betrekking tot zaken die met je beroep te maken hebben. Je bent niet vrij in deze visie, omdat je visie doorwerkt in je handelen. Om over een gefundeerde visie te beschikken, zul je overigens weer over de nodige kennis en inzicht moeten beschikken, Je moet weten waarover je praat.
Vaardigheden
Als SAW'er behoor je over de nodige vaardigheden te beschikken. Deze vaardigheden hebben op tal van terreinen betrekking: het gaat om sociale-, praktische- communicatieve vaardigheden, etc.
Beroepscode
Waarom een beroepscode? De beroepscode geeft bindende richtlijnen omtrent de do's en dont's oftewel de gedragingen van de beroepsgenoten. Door het lidmaatschap van een beroepsvereniging aan te gaan, verklaart het lid daarmee zich tevens te zullen conformeren aan de Beroepscode. Dat levert een belangrijke bijdrage aan de kwaliteitsontwikkeling van het beroep. Immers, op heldere wijze wordt naar de eigen collega's, werkgevers en clienten gecommuniceerd wat men kan verwachten en wat niet. Door het lidmaatschap maak je als professional ook duidelijk waar je voor staat.
Motieven voor je keuze
Vaak hoor je: "daar moet je wel goed gemotiveerd voor zijn!" Men bedoelt dan dat je erachter moet staan, dat je moet weten waarom je iets doet. De motieven, de achterliggende drijfveren, waarom je iets wilt, zijn bij het kiezen voor het beroep heel belangrijk. Omdat je namelijk als persoon het werk doet. Anders gezegd: je persoonlijkheid is naast de geleerde kennis en vaardigheden een belangrijk instrument om het werk goed te kunnen doen.
Uiteindelijk zul je waarschijnlijk een bepaalde baan gaan zoeken. Daarbij kies je voor een bepaalde doelgroep (bijvoorbeeld kinderen of ouderen), voor een bepaald werkveld (bijvoorbeeld gehandicaptenzorg) en voor een bepaalde werkvorm (bijvoorbeeld een residentiele instelling).
![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEjcrgad8lUaL7Zp2hWprsPSMk739SaimiPfgK_oEusHkaOxz8Qyg8H1XXTuIDaIJH6_90lLs1Mqlk0Se84IDtfv6iavCJgM6QBFmVWjxo1VrgAIkPsGVv3PVbCph4Xbbf8LNqOni4thvTj8/s320/drie-eigenschappen-Nicole.jpg)
Voor jezelf moet je antwoord vinden op de vragen:'" wat wil ik precies?" en "wat kan ik goed?" Misschien vind je dit overbodige vragen, en reageer je met: "ik vind kleine kinderen schattig en daar wil ik mee werken" of "goed zorgen voor verstandelijk gehandicapten is belangrijk en daar wil ik een bijdrage aan leveren". Een ander zal zeggen: "ik moest een opleiding kiezen, ik weet het nog niet, ik zie nog wel".
In deze voorbeelden is het nodig om goed beargumenteerd te kiezen. Ook als je al spontaan min of meer een keuze hebt gemaakt. Het gaat er namelijk aan de ene kant om wat jij leuk en belangrijk vindt, en aan de andere kant wat mensen die afhankelijk zijn van hulp of zorg, nodig hebben.
Ga dus eerst bij jezelf na: waarom wilde ik een opleiding binnen het SAW gaan doen? En daarna: welke eigenschappen en vaardigheden zijn er nodig binnen sociaal agogisch werk? Voldoe ik daaraan, of kan ik dat leren? Dan weet je wat je wilt en wat je kunt.
Om te kiezen voor een bepaalde stage en later voor een baan, kun je de volgende lijst gebruiken:
a. Met welke groep(en) mensen wil ik het liefst werken? Eventueel ook met welke perse niet.
b. Welke rol of taak ligt mij het beste: de verzorgende kant of juist meer de begeleidende en opvoedende kant?![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEjWM-8DPWEkeGDlrKiHVnUJEE7SKbeRM7148sas08y1Ceyc4YPPqhjvv7NKq-8sHYpqoR5zr6Hnc3zKzQnI18ltks6nRwzjDVymY-2ofUAqpKRZkpVQD019cRRgbtYJqB-S_JGJ0J7lN0e2/s320/studie.jpg)
c. In welke instellingen zou ik willen werken?
d. Welk soort activiteiten ligt mij het beste?
e. Welke loopbaanmogelijkheden vind ik belangrijk; wil ik nog verder studeren, wil ik parttime werken, etc.
![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEh7dsikcnGV6K6DgI9E8oOxE8Tyh6tgcyvvoz65n8R8Y42j1mqtsomLgu7q4FJCjJTk7MxD8iousoM9kjCuz5DAEfCSfUlgLU5JyEd5ZqSbpqD8Jhqc8bk8VHK8cuS1hXi1cs6Iu_JiCfTk/s320/Motivatie.jpg)
Uiteindelijk zul je waarschijnlijk een bepaalde baan gaan zoeken. Daarbij kies je voor een bepaalde doelgroep (bijvoorbeeld kinderen of ouderen), voor een bepaald werkveld (bijvoorbeeld gehandicaptenzorg) en voor een bepaalde werkvorm (bijvoorbeeld een residentiele instelling).
![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEjcrgad8lUaL7Zp2hWprsPSMk739SaimiPfgK_oEusHkaOxz8Qyg8H1XXTuIDaIJH6_90lLs1Mqlk0Se84IDtfv6iavCJgM6QBFmVWjxo1VrgAIkPsGVv3PVbCph4Xbbf8LNqOni4thvTj8/s320/drie-eigenschappen-Nicole.jpg)
Voor jezelf moet je antwoord vinden op de vragen:'" wat wil ik precies?" en "wat kan ik goed?" Misschien vind je dit overbodige vragen, en reageer je met: "ik vind kleine kinderen schattig en daar wil ik mee werken" of "goed zorgen voor verstandelijk gehandicapten is belangrijk en daar wil ik een bijdrage aan leveren". Een ander zal zeggen: "ik moest een opleiding kiezen, ik weet het nog niet, ik zie nog wel".
In deze voorbeelden is het nodig om goed beargumenteerd te kiezen. Ook als je al spontaan min of meer een keuze hebt gemaakt. Het gaat er namelijk aan de ene kant om wat jij leuk en belangrijk vindt, en aan de andere kant wat mensen die afhankelijk zijn van hulp of zorg, nodig hebben.
Ga dus eerst bij jezelf na: waarom wilde ik een opleiding binnen het SAW gaan doen? En daarna: welke eigenschappen en vaardigheden zijn er nodig binnen sociaal agogisch werk? Voldoe ik daaraan, of kan ik dat leren? Dan weet je wat je wilt en wat je kunt.
Om te kiezen voor een bepaalde stage en later voor een baan, kun je de volgende lijst gebruiken:
a. Met welke groep(en) mensen wil ik het liefst werken? Eventueel ook met welke perse niet.
b. Welke rol of taak ligt mij het beste: de verzorgende kant of juist meer de begeleidende en opvoedende kant?
![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEjWM-8DPWEkeGDlrKiHVnUJEE7SKbeRM7148sas08y1Ceyc4YPPqhjvv7NKq-8sHYpqoR5zr6Hnc3zKzQnI18ltks6nRwzjDVymY-2ofUAqpKRZkpVQD019cRRgbtYJqB-S_JGJ0J7lN0e2/s320/studie.jpg)
c. In welke instellingen zou ik willen werken?
d. Welk soort activiteiten ligt mij het beste?
e. Welke loopbaanmogelijkheden vind ik belangrijk; wil ik nog verder studeren, wil ik parttime werken, etc.
Ontwikkelingen binnen het SAW:
Binnen de SAW zijn er natuurlijk, net zoals bij veel andere werkvelden, veel ontwikkelingen gaande. Zo wordt het hulpverleningscircuit steeds beter op elkaar, en de cliënt , afgestemd. Er is een loketsysteem, je wordt niet steeds doorgestuurd van de ene instantie naar de volgende. Er word zorg op maat geleverd, met een persoonsgebonden budget (PGB) kan door client/verzorgers gepaste hulp ingekocht worden.
Van residentiële hulpverlening wordt het steeds meer ambulante hulpverlening, omdat het goedkoper is en de client krijgt de hulpverlening dicht bij huis, zo kort en tijdig mogelijk.
De grootschalige hulpverlening gaat steeds meer over op kleinschaligheid, individuele benadering van de client.
Van residentiële hulpverlening wordt het steeds meer ambulante hulpverlening, omdat het goedkoper is en de client krijgt de hulpverlening dicht bij huis, zo kort en tijdig mogelijk.
De grootschalige hulpverlening gaat steeds meer over op kleinschaligheid, individuele benadering van de client.
De familie speelt een grote rol in het herstellen van de sociale contacten van de cliënt en de hulpverlening verloopt sneller en beter.
Ontwikkelingen binnen SCW:
De laatste paar jaar wordt het cultureel werk veel geconfronteerd met bezuinigingen. Hierdoor zijn veel meer vrijwilligers binnen cultureel werk actief. Ook verandert de functie van het cultureel werk. Dit wordt mede veroorzaakt door de sociale vernieuwingen van dit moment.
Sociale vernieuwing kent 3 uitgangspunten. Het moet voldoen aan:
1) maatwerk: SCW moet dicht bij de mensen staan en activiteiten afstemmen op de wensen van mensen;
2) integratie: er moet veel worden samengewerkt;
3) participatie: mensen betrekken bij de invulling van het welzijnswerk.
* Waar zij of haar geschreven staat kan ook hij of zijn gelezen worden